Cultuureducatie

Cultuureducatie laat mensen kennismaken met kunst- en cultuuruitingen en verdiept het inzicht daarin. De ruimste omschrijving van cultuureducatie is: alle vormen van educatie waarbij cultuur als doel of als middel wordt ingezet.

Cultuureducatie wordt in de praktijk ook wel gehanteerd als verzamelbegrip voor kunsteducatie, erfgoededucatie en media-educatie en literatuureducatie.  


Kunsteducatie
Via kunsteducatie ontwikkelen mensen kunstzinnige talenten en competenties, zowel door zelf aan de slag te gaan als door kunst te bekijken en te ervaren. Het gaat daarbij om alle kunstvormen (muziek, dans, theater, beeldende kunst, architectuur, film, fotografie, literatuur), niet alleen om traditionele maar ook om moderne vormen als popmuziek, gaming, creatieve nieuwe media, mode, design, etc.



Erfgoededucatie
Erfgoededucatie omvat onderwijs met en over cultureel erfgoed en betreft materiële en immateriële sporen uit het verleden. Voorbeelden van materieel erfgoed zijn monumenten, archeologische vondsten of archieven. Tradities, verhalen, rituelen en gebruiken worden immaterieel of levend erfgoed genoemd.

Erfgoed brengt het verleden dichtbij en versterkt daarmee het historisch besef. Tegelijkertijd is het een praktisch leermiddel om de les te verlevendigen. Erfgoed kan daarom een zinvolle bijdrage leveren aan een groot aantal schoolvakken en leergebieden.


Media-educatie
Media-educatie heeft als doel mensen kundig en kritisch te leren omgaan met (massa)media, zowel met de klassieke media (kranten, radio, tv) als met nieuwe media (internet). Media-educatie draagt bij aan grotere ‘mediawijsheid’.



Literatuureducatie
Literatuureducatie is gericht op het verwerven van literaire competentie. Iemand is literair competent als hij zijn weg weet te vinden in het brede aanbod aan boeken, weet wat de kenmerken zijn van literaire teksten (proza en poëzie) en een beargumenteerd oordeel kan geven over literaire teksten. In het verlengde van literatuureducatie ligt leesbevordering, met als doel het ontwikkelen van leesplezier.



Wij hebben als thema gekozen voor dromen. Hieronder vindt u een mogelijkheid om thema's te verwerken in cultuureducatie. Tevens zijn een aantal lessuggesties beschreven.




Cultuur en dromen


Het woord dromen verwijst niet alleen naar een verbeelding of verwerking in je slaap. Het staat ook voor fantaseren, mijmeren, verbeelden.
In dromen gebeuren dingen die in het normale dagelijks leven niet kunnen.


Dromen zijn werkelijk én onwerkelijk. Ze komen uit onszelf én uit een andere wereld voort. Het zijn boodschappen die worden gegeven door het onbewuste aan het bewuste.


Het onbewuste gebruikt symbolen om je iets duidelijk te maken, het is er om de dromen te begrijpen en er betekenis aan te verlenen.
Verhalen doen eigenlijk hetzelfde; ze nemen de lezer mee naar een andere wereld. Een wereld die vaak wel beschreven wordt, maar waar de lezer zelf, naar eigen verbeelding, vorm aan kan geven.


Legenden, mythen, sagen en sprookjes zijn vormen van verhalen die werkelijk en onwerkelijk samen laten komen. Waarin dingen gebeuren die in het dagelijks leven niet kunnen en tot de verbeelding van de lezer spreken. Of de lezer een boodschap duidelijk willen maken.


In de vorm van verhalen, gedichten, sagen, mythen en sprookjes wordt cultureel erfgoed overgeleverd.


Mythen bijvoorbeeld zijn verhalen over daden van goden, halfgoden of goddelijke voorouders. Dergelijke mythen zijn gesitueerd in een tijd voor de opkomst van het schrift en beschrijven hoe de wereld geschapen en/of geordend werd, ten onder ging en hoe de cultuur ontstond of aan zijn einde kwam. De mythe geeft in de tijd van ontstaan zin aan de cultuur en verzorgt gemeenschapsbinding.


De bekendste mythen zijn die van de Griekse dichter Homerus: Ilias en de Odyssee.




Lessuggesties:


De kinderen brengen een bezoek aan een theatervoorstelling van “ De Odyssee”.


De Odyssee is een verhaal over de avonturen van de Griekse held Odysseus. Het verhaal vangt aan na de overwinning van de Grieken op de Trojanen. Het was Odysseus die de list bedacht met het paard van Troje. Een voor de kinderen welbekend verhaal.


De reis van Odysseus duurt lang en voert hem langs velen eilanden en personages met voor kinderen ingewikkelde Griekse namen. Het is aan te raden vooraf de reis met de kinderen door te nemen en hen kennis te laten maken met de belangrijkste plaatsen en avonturen die Odysseus aangedaan en beleeft heeft. Zo hebben zij tijdens de voorstelling punten en momenten van herkenning.


Ideeën:

1. Laat de kinderen een kaart zien waarop de reis van Odysseus staat aangegeven met de toenmalige namen.



Geef de kinderen een kopie van deze kaart, per groepje of individueel. Laat hen opzoeken langs welke landen, eilanden en steden Odysseus’ reis is verlopen anno 2012.
(Wereldoriëntatie, aardrijkskunde, topografie)


2. Kies een aantal van de belangrijkste gebeurtenissen (die de kinderen het meest aan zullen spreken) uit de reis van Odysseus en vertel aan de hand daarvan het verhaal van de Odyssee.




Je kunt dit afsluiten door de kinderen vragen te stellen gericht op inhoud (over het verloop van het verhaal zelf), op betekenis (symbolisch, sociale en culturele context), literair (wat maakt dat dit verhaal 3000 jaar nadat het geschreven is nog steeds interessant is, gelezen en bekeken wordt?).


Als verwerking kunnen kinderen het verhaal weergeven in beeld (tekenen), hun eigen mythische figuur bedenken en verbeelden (tekenen, beeldend vormgeven).

3. Na het bezoek aan de voorstelling bespreek je dit uiteraard na met de kinderen. Laat hen daarbij nadenken en verwoorden wat de waarde was van het bezoek en het verhaal. Eventueel met een kijkwijzer gericht op beschouwing. Hoe werd het verhaal verbeeld? Welke aspecten zijn daarbij gebruikt. Denk aan decor, licht, zang, dans, opstelling van de acteurs, gebruik van muziek etc.


Op het gebied van literatuureducatie kun je met de kinderen de structuur van het verhaal nader bekijken. Wat vertelt de eerste zin ons over de opbouw van het verhaal:


Ἄνδρα μοι ἔννεπε, Μοῦσα, πολύτροπον, ὃς μάλα πολλὰ


πλάγχθη,ἐπεὶ Τροίης ἱερὸν πτολίεθρον ἔπερσε.


Bezing mij, o Muze, de vindingrijke man, die zeer veel


rondzwierf, nadat hij de heilige stede van Troje verwoest had.


Je kunt de kinderen de verschillen en overeenkomsten tussen mythen, sagen, legendes laten uitzoeken en beschrijven. Voorbeelden hierbij laten zoeken. Dit in groepjes.


Wat betekenen dit soort verhalen vandaag de dag voor ons. Ken je een boek of verhaal van deze tijd die over duizend misschien ook wel die rol heeft? Of zolang mensen zou interesseren. Waarom? Waar moet een verhaal aan voldoen om zolang overgeleverd te worden? Laat de kinderen hier een werkstuk van maken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten