Ouders en de school hebben een gezamenlijke taak tot het opvoeden van
kinderen. Zij spelen een grote rol bij kinderen de wereld van betekenissen in
te trekken, betekenissen die gevormd worden door de sociale en culturele
context.
Kinderen leven echter in verschillende werelden en doen in al die
werelden ervaringen op waarvan zij leren en die hen vormt. De school speelt een
grote rol bij het samenbrengen van die werelden en het kind de wereld van
betekenissen in te trekken die de mensheid reeds heeft ontwikkeld (Imelman,
2002).
Ieder mens geeft in zijn handelen constant betekenis aan de
gebeurtenissen om hem heen. Kennis, normen, waarden worden zo door ieder mens
op een eigen wijze geconstrueerd, waarbij men sterk wordt beïnvloed door de
reactie en opvattingen van de sociale omgeving. Culturen worden gevormd in een
sociale context. Het delen van eigen kennis en inzichten en deze spiegelen aan
de opvattingen van anderen, is dan ook een kritische succesfactor!
Kunst heeft een sociale betekenis. Het gaat niet alleen om het leren van kunstzinnige handelingen, maar ook diverse manieren ervaren om je te uiten, kennis te delen, de wereld in al haar facetten te aanschouwen
en daar betekenis aan te verlenen. Kunst heeft daarmee een belangrijke rol in
het leren, betekenis geven en de ontwikkeling van zowel individuen als
culturen.
“Learning is
developing the organization within the culture; openness of practice,
precision, creativity, wise and continuous use of data, learning from each
other, inside and outside the school and linking into the big picture”.
(from a lecture of Michael Fullan at the Quest Conference,
Toronto 2010)
Kunst wordt vanuit diverse perspectieven bekeken en heeft vanuit ieder
perspectief een andere betekenis.
Met het hoofd beschouwen kinderen. Ze maken kennis met kunstvormen, kunststromingen, kunstenaars en culturele tijdvakken en gebeurtenissen.
Met het hart reflecteren kinderen. Ze verwoorden ervaringen met kunstzinnige onderwerpen die ze in hun eigen omgeving of dagelijkse leven tegen komen,
Met de handen doen kinderen doe-activiteiten. Ze ervaren een onderwerp eigenhandig en komen tot expressie.
Leren met hoofd, hart en handen geldt voor alle vakgebieden.
Lessen met betrekking tot kunstzinnige vorming zijn daarom veelal vakoverstijgend in te zetten, waarbij de leerkracht de onderwerpen en lessen kan aanpassen om in te zetten ter verwerking bij diverse vakgebieden.
Denk bijvoorbeeld aan:
- - Geschiedenis: de canon van Nederland
- - Natuuronderwijs: afbeeldingen uit de kunst van biologie, werken met natuurlijke materialen, tekenen naar de natuur.
- - Aardrijkskunde: niet-westerse kunstuitingen
- - Taalonderwijs: literaire kunst, teksten schrijven, herkomst van woorden en uitdrukkingen
- - Rekenonderwijs: perspectief en ruimtelijk inzicht.
- - ICT: nieuwe media, mediawijsheid, fotografie, digitale beeldbewerking, stop-motion
Mensen bevinden zich in een omgeving die bestaat uit beelden. Deze beelden horen bij een cultuur waarin wij opgroeien. Beelden hebben een functie en betekenis. Gedurende onze ontwikkeling raken we vertrouwd met deze betekenis en functie. We leren dat je er informatie mee krijgt en ook hoe we zelf beelden kunnen gebruiken om te communiceren.
Verbeelden wordt gaandeweg onze ontwikkeling steeds meer een wisselwerking tussen kijken (beschouwen) en maken (vormgeven). (Onna, J., Jacobse, A. (2005) Laat maar zien. P. 17 en 18)
Kijken en aanraken zijn manieren van de wereld om ons heen verkennen. Onderwijs heeft tot doel kinderen te begeleiden bij hun ontwikkeling en ontplooiing als persoon. Het rust ze toe om met eigen mogelijkheden de wereld te verkennen en er in te kunnen functioneren. Die wereld is grotendeels door mensen vormgegeven, opgebouwd uit beelden en betekenissen. Beeldend onderwijs leert kinderen dat beelden een eigen taal spreken. Door gericht waar te nemen ervaren kinderen wat beelden kunnen oproepen. Tevens kunnen ze in beeldende uitingen hun gevoelens, gedachten, fantasieën en ideeën kwijt. Kinderen ontdekken dat je iets nieuws kunt creëren, ze ontwikkelingen creativiteit en een eigen identiteit.
Bezig zijn met vormgeven is een proces waarin kinderen veel leerervaringen opdoen. Die dragen bij aan de brede ontwikkeling zoals gesteld in de Wet op het Primair Onderwijs . Beeldend onderwijs werkt gericht aan de sociaal-emotionele-, cognitieve-, zintuiglijke-,motorische-, en creativiteitsontwikkeling. Anderzijds draagt het specifiek bij aan de ontwikkeling van het beeldend vermogen. De samenhang tussen de twee domeinen vormgeven en beschouwen leren kinderen door te reflecteren, persoonlijk te beoordelen en te bekritiseren (mening te formuleren). (Onna, J., Jacobse, A. (2005) Laat maar zien. P. 51 t/m 53)
Niet alleen beeldend vormgeven leert kinderen een eigen taal te spreken. Communicatie, uiting van gevoelens en gedachten en het leren dat je iets nieuws kunt creëren geschied ook door drama, dans en muziek. Vaardigheden die vaak cultuurgebonden zijn in hun oorprong, maar cultuuroverstijgend hetzelfde ervaren wordt. Kunst is daarin een wereldtaal die enorm bijdraagt aan sociale vaardigheden.
Zo is er dynamiek tussen muziek en cultuur:
“Elke cultuur of leefstijl beïnvloedt muziek en andersom beïnvloeden mensen muziek met hun cultuur en leefstijl, er is een continue wisselwerking” (Vrolijk, R.(2009), Nieuw Geluid., blz. 83).
In onze multiculturele samenleving is muziek dus van groot belang! Samenhang met andere vakken wordt belangrijk geacht, ook omdat dit in de kerndoelen benadrukt wordt. Zingen en muziek maken heeft ook een sociaal aspect: het heeft een bindende werking.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten